Taal
De Methode
Op onze school hebben we veel taalactiviteiten die niet in een methode staan, zoals presentaties bij kosmische thema’s, discussies over bijv. stellingen, kringgesprekken, voorlezen van eigen werk, boekbesprekingen, interactieve groepslessen, algemene lessen en drama. De onderbouw is talig bij uitstek; het Montessori-ontwikkelingsmateriaal, de boerderij, kringactiviteiten en het werken met kosmische thema’s bieden bouwstenen voor een goede taalontwikkeling. Dagelijks werken de kinderen in de onderbouw met diverse taalprogramma’s op de computer. In de midden, tussen en bovenbouw wordt de taallijn vanuit de Montessorimaterialen doorgezet. Hiervoor gebruiken we de oranje, groene, blauwe en rode taalsets. Met de taaldozen en taalsymbolen oefenen de kinderen het woordbenoemen. Met het pijlenmateriaal en de zinsontledingstabellen het ontleden. Vanaf leerjaar 4 krijgen onze kinderen de spellingsregels gestructureerd aangeboden via de regels van de methode vanuit Taalactief. Dit vanuit de studiedagen met het CED, gericht op ons spellingsonderwijs. Remediërend gebruiken we de methode ‘Woordspel, ‘Spelgoed’, ‘Spelling in de lift’ en ‘Spelling in de lift voor werkwoorden’.
Ambities
Onze algemene doelstellingen voor het taalonderwijs zijn:
- Onze kinderen worden in de beheersing van de taal steeds competenter. Competent in: kopiëren (iets overschrijven van bijv. het bord), beschrijven (verslag uitbrengen, informatie geven of vragen), structureren (op eigen manier ordening aanbrengen) en beoordelen (reflectie op mogelijkheden en evalueren).
- De kinderen leren strategieën te herkennen, verwoorden, gebruiken en beoordelen bij de verschillende taalonderdelen.
- De kinderen leren taalkundige principes en regels kennen. Zo leren zij in een zin de verschillende zinsdelen te onderscheiden.
- Verder leren we hen de regels voor het spellen en het gebruik van leestekens toe te passen.
Organisatie
De leerlingen werken zelfstandig of in tweetallen met ontwikkelingsmaterialen en het materiaal van de Taalsets. Ze werken op hun eigen niveau. Spelling maken de kinderen individueel of in tweetallen. Er worden individuele spellinglesjes, lesjes aan een kleine groep of aan de hele groep gegeven. De controledictees mogen de leerlingen bij elkaar afnemen. Beheerst een leerling een bepaalde spellingcategorie nog niet, dan bespreekt de leerkracht met de leerling met welke materialen uit de taalset deze categorie nog eens kan worden geoefend. Ten aanzien van toetsing wordt het volgende ingezet:
- In de onderbouw maken de kinderen de Taaltoets van het Cito.
- Twee keer per jaar maken de kinderen van de midden- t/m de bovenbouw de Spellingtoets van het Cito-leerlingvolgsysteem.
Beleidsvoornemens
- Het opstellen van een taalbeleidsplan door de taal coördinatoren.
- Het verder afstemmen, evalueren en definitief bijstellen van spelling op aanwijzingen van het CED.
- Invulling geven aan het groepsplan lezen, leerlijnen per onderdeel en per groep vastleggen.
- Aanschaf en implementatie technisch leesmethode. Dit willen we in het schooljaar 2017-2018 in gaan voeren. Evalueren van Nieuwsbegrip, deze methode hebben we nu drie jaar, hij heeft voor-en nadelen. We bekijken wat er uit deze evaluatie naar voren komt en handelen hier desgewenst naar. De evaluatie zal in 2016 plaats vinden.
- De leerlingen krijgen een verrijking van het taalaanbod door de ondersteuning van software programma’s. Deze zullen door de taalspecialisten in samenspraak met de ICT specialisten gepresenteerd worden.
- De beleidsvoornemens voor technisch en voorgezet lezen worden opgenomen in het beleidsplan taal.
Borging
De taalcoördinatoren zijn begonnen met de opleiding Taalspecialist van de Fontys en ronden deze opleiding medio 2017 af. – Onderdeel van deze opleiding is het opstellen van een taalbeleidsplan. – De taalwerkgroep onder leiding van de taalspecialisten gaan aan de hand van de CITO toetsen en trendanalyses van de afgelopen jaren bekijken hoe de resultaten van verandering en vernieuwingen omschreven in het taalbeleidsplan zijn uitgevoerd.